Waarom AI ons gek maakt (en niet op de manier die je denkt)
De wereld is dol op AI. Bijna 1 miljard mensen gebruiken producten van OpenAI — en dat gebeurde in slechts twee jaar tijd. Het is het Silicon Valley-spelboek: maak het geweldig, maak het goedkoop, maak ons verslaafd, en bedenk dan hoe je miljarden kunt verdienen.
We zijn dol op AI omdat het cognitieve shortcuts biedt op een geheel nieuw niveau. Maar... dit zal voor de meeste van ons niet goed aflopen. We laten AI een paar taken overnemen, en al snel merken we dat het al onze taken uitvoert. We verliezen ons verstand, onze banen en onze kansen.
Maar het hoeft niet zo te gaan. Hier is hoe je de weg vooruit kunt zien — en een andere koers kunt varen.
Het begin van het einde
In maart 2023 gebruikte ik ChatGPT voor het eerst. Nu gebruik ik ChatGPT of Claude elke dag. AI heeft mijn hersenwerk sneller en productiever gemaakt. Maar ik word ook cognitief lui.
Vroeger moest ik de concepten van AI grondig controleren. Maar nu levert het me 90% van de tijd een goed eerste concept op, en ik verlies de motivatie om zijn werk te controleren.
Een jaar geleden dacht ik dat de beroepsbevolking zou splitsen in ‘degenen die geen AI gebruiken’ en ‘degenen die dat wel doen’. Nu zie ik dat dat niet klopt. Over vijf jaar zal iedereen AI gebruiken. De echte scheiding zal zijn tussen degenen die hun AI's beheren — en degenen die hun denken aan AI uitbesteden.
Hoe uitbesteding ons denken degradeert
Mensen hebben altijd cognitief werk uitbesteed. Voor boeken memoriseerden bardes het volledige Iliade van Homerus. Nu is technologie een verlengstuk van onze hersenen, waardoor we wiskunde, navigatie en notities kunnen uitbesteden.
AI is anders. Het kan bijna elke cognitieve taak aan en het voelt productief aan. Dus de uitbesteding aan AI begint onschuldig. Je vraagt AI om een e-mail te schrijven. Het doet het goed en bespaart je 10 minuten. Vervolgens vraag je het om een presentatie op te zetten. Het slaat de spijker op de kop.
Je begint het voor complexere taken te gebruiken, zoals het vaststellen van strategieën. Je begint afhankelijk te worden van AI om het werk te doen, en langzaam atrofieert je vaardigheden.
Microsoft en Carnegie Mellon hebben een paper gepubliceerd waaruit blijkt dat generatieve AI onze kritisch denkvermogen kan verminderen. Wanneer kenniswerkers vertrouwen hebben in de output van AI, zijn ze minder geneigd om hun eigen hersenen te gebruiken.
Mensen die vertrouwen op AI (zoals ik) rekenen op zichzelf als feitcontroleur. Maar er zijn twee problemen met dat: 1) We overschatten onze vaardigheid om de fouten van AI te identificeren, en 2) De verleiding om het feitelijk controleren over te slaan wordt steeds sterker.
AI-bestuurders versus passagiers
In de komende 10 jaar zal de kenniswerkerspopulatie splitsen in twee groepen. De eerste groep zijn de AI-bestuurders: degenen die actief hun AI's beheren en in staat zijn om hun eigen denkprocessen te behouden. De tweede groep zijn de passagiers: degenen die zich volledig overgeven aan AI en hun eigen kritisch denkvermogen verwaarlozen. Dit zal niet alleen onze werkplek veranderen, maar ook de manier waarop we met informatie omgaan in ons dagelijks leven.
De uitdaging is om een balans te vinden. AI kan ons helpen, maar we moeten ook waakzaam zijn. Het is cruciaal om actief betrokken te blijven bij ons eigen denkproces en de technologie niet blindelings te vertrouwen. Alleen dan kunnen we de voordelen van AI benutten zonder onze eigen vaardigheden en creativiteit te verliezen.
De toekomst van AI is veelbelovend, maar het vereist een bewuste benadering van hoe we het gebruiken. Door kritisch te blijven nadenken en onze eigen cognitieve vaardigheden actief te ontwikkelen, kunnen we ervoor zorgen dat AI een aanvullend hulpmiddel is in plaats van een vervanging van ons denken.
Vertaald met ChatGPT gpt-4o-mini